Twee voorbeelden van een goed (voor 2 lagen C-C van 7 mm) laminaatschema:

• keper glasvezel 160 gr/m2
• keper koolstofvezel 200 gr/m2
• keper koolstofvezel 200 gr/m2
• Core-Cell 7 mm
• Core-Cell 7 mm
• keper koolstofvezel 200 gr/m2
• keper glasvezel 160 gr/m2

of (voeg hier eventueel koolstofband aan toe)

• keper glasvezel 160 gr/m2
• UD-glasvezel 220 gr/m2
• UD-glasvezel 220 gr/m2
• Core-Cell 7 mm
• Core-Cell 7 mm
• UD-glasvezel 220 gr/m2
• UD-glasvezel 220 gr/m2
• keper glasvezel 160 gr/m2

~
Een vlakke rocker lijn in de golven kan er voor zorgen dat het board gaat duiken. Om dit te voorkomen kun je de tips, achter de release edges, een paar cm omhoog buigen door het schuim met een föhn te verhitten. Doe dit na het shapen van het schuim.
~
Logo’s kun je ook maken zonder dat je hoeft te airbrushen. Je kan namelijk op rijstpapier (soort sigaretten vloeipapier) een logo printen en deze onder het laminaat mee lamineren. Het rijstpapier wordt doorzichtig en de tekening blijft zichtbaar. Hiervoor moet je wel goede inkt gebruiken om vlekken tegen te gaan. Zelf wil ik deze truc ook proberen onder de uiteindelijk laklaag omdat ik het board nog plamuur en van een kleurlaag voorzie. In dat geval heeft een logo onder het laminaat natuurlijk geen nut.
~
Na het impregneren van de schuimkern zo snel mogelijk de onderkant lamineren zodat je niet hoeft te schuren. Liefst voordat de epoxy is uitgehard.
~
Laat alle potloodstrepen op het board staan. Je kan ze wellicht later weer gebruiken als je bepaalde gaten moet aftekenen o.i.d.